Rente en rentevisie
Rentevisie
Onze rentevisie is gebaseerd op de meest actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Wij maken daarbij onder andere gebruik van de renteprognose en berichtgeving van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
De economische vooruitzichten zijn wat verbeterd. De prijzen van olie en vooral gas zijn in de afgelopen maanden (2023) gedaald. Westerse overheden hebben bovendien maatregelen genomen om de gevolgen van de hoge energieprijzen voor burgers te verlichten. De inflatie blijft zowel dit jaar als in 2024 duidelijk boven de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB). De centrale bank zal het monetaire beleid nog iets verkrappen om de inflatie onder controle te krijgen. De rentetarieven zullen met name in de kortere looptijden nog wat oplopen.
(bedragen x € 1 mln.) | |||||||
Kengetallen | Bron | Streefwaarde | |||||
Rek.2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
Rente risiconorm | Wet fido | 21,2 | 21,9 | 23,9 | 23,5 | 22,9 | 23,0 |
Kasgeldlimiet | Wet fido | 9,0 | 9,3 | 10,2 | 10,0 | 9,7 | 9,8 |
Schatkist bankieren drempel | Wet fido | 2,1 | 2,2 | 2,4 | 2,4 | 2,3 | 2,3 |
Kredietwaardigheid financiële instellingen uitgezette middelen | Financieringsstatuut | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A |
Langlopende interne financiering (> dan 1 jaar)
Eind 2023 bedraagt de verwachte omvang van de leningportefeuille € 44,6 miljoen. Op basis van de geprognosticeerde boekwaarde van de vaste activa bedraagt de financieringsbehoefte voor 2024 € 14,5 miljoen. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte wordt reeds rekening gehouden met een maximaal investeringsplafond van € 17 miljoen. In de uitwerking van de strategische heroriëntatie van Spoor 2 wordt een definitief voorstel gedaan voor de hoogte van het investeringsplafond.
De geraamde externe rentelasten voor 2024 bedragen € 1,1 mln.
Voor nieuw aan te trekken vaste geldleningen gaan we uit van een rentepercentage van 3,7%. Dit percentage is gebaseerd op de huidige rentestanden en de rentevisie van de BNG.
Kortlopende interne financiering (< dan 1 jaar)
Alle bankrekeningen van de gemeente worden centraal beheerd. De Treasury voorziet in de financieringsbehoefte van de gemeente, die ontstaat uit het saldo op de bankrekeningen van de lopende uitgaven en inkomsten (exploitatie en investeringen). De rentekosten voor kortlopende leningen zijn de afgelopen tijd sterk gestegen. De verschillen met de rente op langlopende leningen is zeer klein. Voor nieuw aan te trekken kortlopende leningen gaan we eveneens uit van een rentepercentage van 3,7%.
Omslagrente
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze omslagrente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld. Bij het opstellen van de kadernota was de verwachting dat we de omslagrente moesten verhogen van 1,5% naar 2%. Uit actuele berekeningen dat de verhoging voor 2024 nog niet nodig is. Naar verwachting zal de omslagrente in 2025 wel gaan stijgen tot 2%.
Het onderstaande renteschema geeft inzicht in het renteresultaat:
(bedragen x € 1.000) | |||
Rentecomponent | |||
a | De externe rentelasten over kort- en langlopende financiering | 1.121 | |
b | De externe rentebaten | -6 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.115 | ||
c1 | Rente doorberekening grondexploitaties | 18 | |
c2 | Rentebaat verstrekte leningen (=projectfinanciering) | ||
18 | |||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 1.133 | ||
d1 | Rente eigen vermogen | 0 | |
d2 | Rente voorzieningen | 0 | |
0 | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.133 | ||
e | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag 1,5%) | -1.807 | |
f | Renteresultaat op het taakveld Treasury | -674 |
Rente grondexploitatie
Met ingang van 1 januari 2016 wordt de rentetoerekening aan de grondexploitaties op een specifieke wijze berekend. Voor het rentepercentage over het vreemde vermogen geldt het gewogen gemiddelde en over het eigen vermogen mag geen rente worden toegerekend.
Omdat het gewogen gemiddelde rentepercentage over het vreemde vermogen 2,17% bedraagt en de verhouding vreemd vermogen : totaal vermogen 63%, bedraagt het toe te rekenen percentage:
63% x 2,17% = 1,36%. Dit percentage mag maximaal 0,5% afwijken en wordt in Maassluis afgerond op 1,0%.
Naar verwachting zal de rente grondexploitatie vanaf 2025 gaan stijgen tot 1,5%.
Rente eigen vermogen
Voor de berekening van de omslagrente die aan de taakvelden wordt toegerekend, kan de gemeente ervoor kiezen de rente over het eigen vermogen en de voorzieningen (de bespaarde rente) wel of niet mee te nemen. De commissie BBV adviseert om de bespaarde rente niet mee te nemen. Om aan te sluiten bij dit advies wordt vanaf 2024 geen rente meer gerekend over de reserves en voorzieningen.