Overige belastingen en heffingen
Verordening lijkbezorgingsrechten
In de verordening lijkbezorgingsrechten worden de tarieven bepaald waarmee de lasten in de exploitatie van de begraafplaatsen worden gedekt. De tarieven zijn marktconform maar niet kostendekkend.
In programma 7 worden de lasten voor het begraven en cremeren verantwoord. Daarnaast vindt groenonderhoud plaats, die lasten komen terug in programma 5. Ook worden overheadkosten toegerekend conform de afgesproken methodiek uit de financiële verordening. In de voorziening bevinden zich nog bedragen die in het verleden betaald zijn voor de aankoop van particuliere graven. Van deze bedragen wordt jaarlijks een evenredig deel onttrokken aan de voorziening.
In onderstaand overzicht komen deze lasten en baten samen. De huidige ramingen leiden tot een kostendekkendheid van 78%. Wanneer de onttrekking aan de voorziening buiten beschouwing wordt gelaten, is het dekkingspercentage alsnog 75%.
(bedragen x € 1) | ||||||||
Lasten taakveld | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Rechten | Baten totaal | % Kosten dekkendheid | |
Begraafplaatsen | 751.597 | 87.192 | 838.789 | -15.618 | -662.600 | -678.218 | ||
Openbaar Groen | 67.331 | 67.331 | ||||||
Mutatie voorziening | -41.312 | -41.312 | 0 | |||||
Totaal | 777.616 | 87.192 | 0 | 864.808 | -15.618 | -662.600 | -678.218 | 78% |
Havengelden (zeehavengeld, binnenhavengeld, bruggeld, ligplaatsgelden en liggeld pleziervaartuigen)
Bij het vaststellen van de hoogte van het zeehaven‐ en binnenhavengeld wordt, conform de overige gemeenten van de regio, aangesloten bij het Havenbedrijf Rotterdam. De tarieven voor 2024 zijn op dit moment nog onbekend.
Bij de Bruggen wordt alleen rekening gehouden met de kosten voor de beweegbare bruggen over de haven. De vaste bruggen in de rest van de stad worden uit dit overzicht gefilterd. Bij de Havens en ligplaatsen is alleen rekening gehouden met de exploitatielasten van de havens. De kapitaallasten van de kademuren worden in dit overzicht buiten beschouwing gelaten. Pleziervaart Haven betreft voornamelijk de lasten en baten van de passantensteiger in de binnenhaven.
(bedragen x € 1) | ||||||||
Lasten taakvelden | Overhead | BCF BTW | Lasten totaal | Overige inkomsten | Leges | Baten totaal | % Kosten dekkendheid | |
Bruggen, tunnels en viaducten | 603.716 | 104.079 | 707.795 | -10.912 | -15.440 | -26.352 | ||
Havens en ligplaatsen | 225.253 | 278 | 225.531 | -87.309 | -87.309 | |||
Pleziervaart Haven | 36.665 | 402 | 37.067 | -34.277 | -34.277 | |||
Totaal | 865.634 | 104.759 | 0 | 970.393 | -10.912 | -137.026 | -147.938 | 15% |
Rechtenverordening
De tarieven die voorheen in deze Rechtenverordening werden genoemd (conform de VNG‐richtlijn 'Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom') zijn vanaf dit jaar opgenomen in de legesverordening onder paragraaf 1.9 Bijzondere wetten. Het vergunning-deel van deze activiteiten was daar al opgenomen, zodat alle gerelateerde legestarieven voor kabels en leidingen nu bij elkaar staan.
De rechtenverordening wordt daarom per 1-1-2024 ingetrokken.
Precariobelasting
Precariobelasting is een belasting voor personen of bedrijven die voorwerpen hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond. In dit verband valt te denken aan uithangborden of markiezen, maar ook een terras.
Bedrijven investeringszone (BIZ) heffing
Een Bedrijven Investeringszone (kortweg BI‐zone) maakt het voor ondernemers mogelijk om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving. Een BI‐zone is een door de gemeente aangewezen gebied waarbinnen een bestemmingsheffing wordt geheven ter financiering van door de ondernemers in dat gebied gewenste voorzieningen.
Het te hanteren tarief, dat door de ondernemers zelf wordt bepaald, is afhankelijk van de WOZ‐waarde (van niet-woningen) zoals die gold voor het jaar 2020 (waardepeildatum 1 januari 2019). Het tarief is vastgesteld op 0,12% van de WOZ‐waarde. Het genoemde tarief mag gedurende de looptijd van vijf jaar, uit wettelijk oogpunt, niet worden gewijzigd.
De huidige BIZ-heffing is ingegaan in 2022 en heeft een looptijd tot en met 2026. Het initiatief om deze looptijd te verlengen ligt bij de desbetreffende ondernemers.